Vrijdag, 17 september 2004
De trapleuning (I)
Vrijdagavond. Het wordt na een maand lang dagelijks van de trap flikkeren hoog tijd om de trapleuning weer te monteren. Het blijkt namelijk dat mijn verzekering botbreuken door gedemonteerde trapleuningen niet dekt. De afgelopen zeven jaar is de betreffende trapleuning al meerdere malen van de muur gevallen, omdat de huisbaas te lam was om 'm stevig in de muur te verankeren. Nu bestaat de muur welliswaar uit bakstenen (niet het meest ideale materiaal om een trapleuning aan vast te maken), maar het gemak waarmee de leuning telkens van de muur afkwam was ronduit bespottelijk. Op onderzoek uit dus.
Het blijkt dat de leuning vast was gemaakt aan twee houten blokjes die in de muur waren gemetseld. Het enige dat 'm dus op z'n plek hield was een dun laagje cement. Niet vreemd dat het telkens misging. Mijn aanpak zou worden om de bestaande blokjes met drie lange schroeven in de muur te verankeren en daarna het geheel alsnog met cement af te dekken. Significant steviger dus. Maar ik ben dan ook signifikant stoerder en technisch begaafder dan mijn huisbaas. Zijn gave bestaat vooral uit huisjesmelken.
De eerste stap bestaat uit het uitkappen van de bestaande blokjes. Twee, drie tikken met mijn nieuwe beitel en het cement viel in een paar grote brokken van de muur, waardoor ze bloot kwamen te liggen. So far, so good. Het eerste blokje wordt voorgeboord, zodat de drie schroeven waarmee hij wordt vastgezet het hout niet doen splijten. Nog steeds geen vuiltje aan de lucht. Ik teken de plek af waar de gaten op de muur moeten komen en boor onder de juiste hoek (de gaten zijn niet allemaal loodrecht in het blokje geboord, omdat dat niet mooi uitkwam) de gaten in de bakstenen. recht zo 'ie gaat. Ik schroef het eerste blokje vast en net als ik de laatste schroef vastdraai, splijt het hout volledig in tweeën. Kut. Dat wordt een nieuw blokje fabriceren. Waar ga ik in hemelsnaam een nieuw houten blokje van maken?
Voor degenen die niet weten hoe zo'n blokje eruit ziet: het lijkt wat op een piramide waarvan de top is afgebroken. Een groot vierkant dat tabs toe uitloopt naar een kleiner vierkant. De grote zijde wordt in een gat tegen de muur geplaatst, waardoor de kleine zijde uit het gat steekt. Wanneer het gat dan wordt opgevuld met cement, dan zorgt de tabse vorm ervoor dat het blokje niet zomaar uit de muur kan worden getrokken (Snappen jullie het nog?). Gelukkig had ik nog een dikke balk over van de zijkanten van mijn cdrek. Ideaal materiaal om een nieuw blokje van te maken. Na 20 minuten zaag- en bijtelwerk, is ie er: mijn nieuwe blokje. Aangezien de gaten al in de muur zijn geboord, moeten de gaten in het nieuwe blokje op dezelfde plek en onder dezelfde hoek worden geboord als in het oude blokje. Geen triviale klus, maar mijn brein produceerde een geniaal idee: tape het kapotte blokje weer aan elkaar, zet de twee blokjes op elkaar en boor door de bestaande gaten in het oude blokje de gaten in het nieuwe blokje. En voilà: een nieuw blokje met gaten op de juiste plek. Toen ik nieuwe blokje op de muur wilde bevestigen, bleek echter dat ik het nieuwe blokje verkeerd om op het oude blokje had gezet toen ik de gaten boorde, waardoor deze in spiegelbeeld in het nieuwe blokje zijn geboord. Kut. Dus weer een nieuw blokje maken. De tweede keer ging het gelukkig wel goed. De gaten zaten er op de juiste plek in en het blokje spleet niet toen ik het in de muur bevestigde. Ik was nu wel alweer een uur verder. Op naar het tweede blokje. Ook deze spleet tijdens het vastdraaien. Kut. Dus nogmaals een nieuw blokje produceren. Ik werd er al handig in.
Na het vastzetten van de twee blokjes was het een kwestie van de trapleuning vastzetten op de blokjes. Geen probleem gelukkig. Alles paste en ik hoefde alleen die verschrikkelijke rotzooi die bij het kappen en boren was ontstaan nog maar even op de zuigen. Opzuigen... Kut. Onze stofzuiger was van een huisgenootte die net is verhuist. Geen stofzuiger meer. Ook al geen cement meer. Wat een gezeik. Toen ben ik maar bier gaan drinken. Ook mooi.